Colombia & Panama - Twee landen slechts verbonden met een bootverbinding
Door Jeroen Janssen - Januari 2020
Een wortelkanaalbehandeling, de eerste in mijn leven. Dat ik dat nog eens mee mocht maken in Zuid-Amerika. Twee weken lang heb ik 24/7 aan de Colombiaanse pijnstillers gezet, tot het kwaaltje onhoudbaar werd. Het was even zoeken naar een gekwalificeerde endodontoloog die ook nog een woordje over de Engelse grens sprak, maar na wat gedegen research werk is deze toch gelokaliseerd. Een bewogen dril sessie van twee uur later kon de reis na een klein maandje dan toch echt beginnen.
Het land van Pablo bevat vandaag de dag meer Nederlanders dan Thailand en Bali bij elkaar, dus ik voelde me al snel thuis. Ondanks het opkomende toerisme, of misschien wel als gevolg van, is Colombia voor mij wel een land met twee gezichten. De kleine plaatsen in de bergen blinken uit in vriendelijkheid, gastvrijheid en gemoedelijkheid. Dagen kan je ronddwalen door deze dorpen, waar uit de meest schattige huisjes de salsamuziek galmt zoals ie nog nooit geklonken heeft. Aan de kust zijn gemoedelijkheid en levendigheid in een eerlijke strijd met elkaar. Welke van de twee je laat winnen heb je als simpele voorbijganger in eigen handen.
De grote steden kunnen echter wel wat grimmig worden. Wanneer de schemer zijn intrede doet wemelt het van de amigo’s die maar al te graag een zakcentje bij willen verdienen. Jouw zakcentje welteverstaan, met of zonder geweld. Wanneer je s ’nachts alleen naar huis loop probeert zelfs de meest vriendelijke snoepverkoper jou net aangeschafte iPhone afhandig te maken. De meest gehoorde zin bij het ontbijt is dan ook: ‘Mijn telefoon is gister gestolen’. Daaropvolgend is het meest geantwoorde advies vanuit het hostel: ‘Neem te allen tijde een Uber.’ Het is een unicum dat mijn telefoon nog steeds in mijn bezit is. Overigens is het een misvatting dat deze straatboefjes het alleen op toeristen gemunt hebben; ook de normale lokale bevolking is ervan de dupe.
Om de drukte even te mijden heb ik me verscholen op een balkon in Cartagena. Voor plaatsen met een rijkere historie moet je oprecht hard zoeken. Deze havenstad functioneerde voor de Spanjaarden decennialang als de toegangspoort tot Zuid-Amerika. Toen de lokale Indianenstammen eenmaal verdreven waren hebben de Engelsen en Fransen het meermaals, maar tevergeefs, over proberen te nemen van de standvastige Spanjaarden.
Terwijl windkracht zes door de straten waait bereid ik me mentaal voor op de oversteek naar Panama. Met de zeilboot zal Zuid-Amerika in een krappe week over de woelige baren ingeruild worden voor Midden-Amerika. Mensen die dezelfde tocht net de andere kant op gemaakt hebben vertellen me over huizenhoge golven, dagen die uit niets anders bestaan dan overgeven, en kapiteins die niet uit kunnen varen omdat ze te stoned zijn. Toch heb ik er erg veel zin in. En weet je waarom? Omdat het een avontuur is. En dat is precies waar ik deze reis naar op zoek ben.
Zes dagen later sta ik, nog licht nadeindend, weer met beide benen op het vasteland. De weergoden waren mij blijkbaar gunstiger gezind dan menig ander reiziger. De hoogste golven kwamen niet boven de reling van onze dappere catamaran uit, de zon gloeide dusdanig dat een paar passagiers veranderd zijn in kreeften en iedereen is de volledige trip kerngezond gebleven. Het meest spannende wat de kapitein heeft gedaan is zo af en toe een biertje meedrinken. Het was een prachtige reis door een van de mooiste tropische paradijzen die ik ooit heb mogen aanschouwen.
Panama-stad is een wereld van verschil. Chinees geld, Amerikaanse invloeden, Franse historie, schitterende kantoren en een immens kanaal. Na zonsondergang worden de daken bevolkt door de adel van Midden-Amerika, die er vol genoegen champagne nipt. Net als op elke plek waar ik kom doe ik, tot zover mijn creditcard het kan hebben, gezellig een paar dagen met de lokale bevolking mee. Rijk word je immers niet van geld, maar van ervaringen.
Reactie plaatsen
Reacties